Skip to main content

“Pluk de dag”, wordt er altijd gezegd. Nooit stond ik er met mijn gevoel bij stil wat het betekende, totdat ik het opeens wist: Er is altijd een productieve dag als men creatief blijft en anderen probeert te inspireren! Pluk die dag, en stel die niet uit tot later. Het was het jaar 2003. Op een drukke zaterdagmiddag in Den Haag zat ik in de tram op weg naar mijn zuster in Leidschendam. Het was best een volle tram. De route die ik aflegde zou ongeveer vijftig minuten duren. Aangekomen bij het Zuiderparkstation stapte een oude bekende, die ik kende van vroeger, de tram in. Het was Marcel Jansen, een Nederlandse jongeman. Hij vroeg hoe het met me ging. Ik vertelde dat het allemaal wel goed was, en ik vroeg waar hij naar toe ging. Hij moest snel naar huis om iets te eten, vertelde hij. Toen vroeg hij of ik ook vijf euro voor hem had, want hij had ‘een kleine probleem’. Ik zag dat er meer met hem aan de hand was. Ik zei dat ik geen vijf euro had, maar als hij iets met me wilde drinken zou ik zijn kopje koffie betalen. Marcel vond dat wel goed.

Hollandspoor

We stapten bij Holland-Spoor uit en gingen in een cafetaria aan een tafeltje zitten en keken beiden voor ons uit naar buiten. Ik vroeg hem wat er allemaal met hem aan de hand was, terwijl ik twee kopjes koffie bestelde. Hij vertelde dat hij niet lekker in zijn vel zat en dat hij met een paar problemen zat. Ondertussen legde hij een zak met CD’s op tafel. Ik vroeg wat hij daarmee deed, en hij antwoordde dat hij die van iemand had gekregen bij wie hij op visite was geweest. Geloof Terwijl we onze koffie zaten te drinken stopte er een oude man voor de cafetaria. Hij was in de tachtig. Hij zette zijn fiets niet op slot, en liep de cafetaria binnen. Hij vroeg meteen aan ons of wij de fiets in de gaten wilden houden, omdat hij even naar het toilet moest. Wij zeiden op onze beurt: “Ja hoor meneer, dat is goed.” Nadat hij het toilet had bezocht bestelde hij een broodje kaas, en kwam hij een poosje bij ons zitten. Terwijl hij smakelijk zijn broodje aan het eten was, begonnen we een gesprek. Het ging erover of hij al dan niet een gelovige man was. Hij vertelde dat hij niet gelovig was maar toch naar de kerk ging, omdat er naar zijn mening wél iets in het leven was wat ons verbindt.

Waarom geeft u ons geld?

Toen de man zijn broodje op had rekende hij af. Daarna kwam hij opnieuw naar ons toe, en gaf ons allebei een briefje van vijf euro: “Een voor jou, jongeman, en een voor jou, jongeman”. Waarop ik reageerde: “Waarom geeft u ons geld?” Hij antwoordde: “Omdat jullie op mijn fiets hebben gelet.” Ik bedankte hem heel vriendelijk. Marcel vroeg meteen of hij misschien een paar CD’s wilde hebben. De oude man pakte twee CD’s en zei vaarwel tegen ons. Marcel en ik keken elkaar aan, en ik dacht toen meteen aan het moment dat Marcel mij om vijf euro had gevraagd. Ik zei tegen hem: “Hier heb je de vijf euro waar je om vroeg, ik hoop dat die jou kunnen helpen.” Marcel was helemaal blij. Nu had hij opeens tien euro te besteden. We hebben nog even gepraat, en daarna gingen we weer uit elkaar. Ik was zo onder de indruk van het moment. Ik voelde me heel erg vrolijk, omdat ik op deze manier iemand had kunnen helpen. Dit was voor mij het bewijs dat er hoogtepunten zijn die al het samenhangende tot een geheel maken in het dagelijks leven. Een teken om goed te doen: Wie goed doet goed ontmoet.